Ondersteuning bij overlijden

Geen leuk onderwerp natuurlijk maar wel waard om even bij stil te staan.

Als je komt te overlijden zijn er twee onderscheiden zaken m.b.t. de stamnrecht BV.

1. De aandelen vallen in de erfboedel en deze worden verdeeld over de nabestaanden volgens de wet dan wel volgens testament. Het is aan de erfgenamen om uit te maken  wie hoeveel aandelen overneemt.. De nieuwe aandeelhouder(s) zal/zullen een nieuwe bestuurder moeten benoemen die de BV gaat beheren. De waarde van de BV komt aan de orde in de erfbelasting en in het F-Formulier ("aanmerkelijke belang").

2. Voor wat betreft de uitkeringen geldt niet het testament of de erfwet, maar dan geldt wat is afgesproken tussen de BV en de verzekerde.
Als de uitkeringen al zijn begonnen dan gaan deze nagenoeg altijd voor 100% over naar de partner. Zijn de uitkeringen nog niet begonnen dan moeten deze direct beginnen maar de fiscus gunt de nabeastaanden een jaar de tijd het te regelen
In de meeste stamrechtovereenkomsten worden onverkort de zaken opgenomen die ook in de wet staan. Dat komt bijna altijd neer op het volgende:
  a. je bent zelf de eerste begunstigde natuurlijk (OK - dat is natuurlijk nog vóor je overlijden!)
  b. als je komt te overlijden èn je hebt nog nooit uitgekeerd dan krijgt je partner recht op de uitkeringen - deze moet daarmee wel direct beginnen. Komt je partner daarna ook te overlijden dan gaan de uitkeringen niet over op de kinderen - er zijn er dan geen begunstigden meer (zie verderop, ook over hoe kinderen zijn gedefinieerd).
  c. als je komt te overlijden en je hebt al wel (al was het maar éen  keer) uitgekeerd, dan gaat de uitkeringen normaliter over op de partner (maar het is ook mogelijk dat is vastgelegd om de uitkeringen te verdelen over de partner en de kinderen).
  d. kwam je partner eerder dan jezelf te overlijden, dan gaan de uitkeringen naar de kinderen. Overlijd je eerst zelf en daarna je partner, dan geldt deze bepaling niet.
De vastgelegde stamrechtovereenkomst is bepalend en in sommige stamrechtovereenkomsten zijn afwijkende bepalingen opgenomen. De verzekerde mag de begunstiging nog wel wijzigen, maar punt a. moet altijd zijn opgenomen, de rest is facultatief maar zou moeten aansluiten bij de bestaande situatie.

Zijn er geen begunstigden meer dan valt de de stamrechtvoorziening vrij als winst. Na de standaard vennootschapsbelasting wordt de resulterende winstreserve dividend en komt terecht in box 2 van de aandeelhouder(s)  - de totale belastingdruk is ca. 40%, (de tarieven zijn nu aan het verschuiven) dus ca. 60% komt uiteindelijk bij de nieuwe aandeelhouder(s) en dit wordt vervolgens ook onderworpen aan de erfbelasting. Nu kan de BV ook worden opgeheven/geliquideerd.
 
Het is belangrijk te melden dat een kind is gedefinieerd als een (pleeg)kind dat de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt. Als een van de kinderen 30 of ouder is dan betekent het dat die geen recht heeft op uitkeringen, kinderen jonger dan 30 wel en dat leidt nagenoeg altijd tot veel problemen.
Gelukkig mag je zolang je nog leeft de begunstiging altijd (binnen de wettelijke regels) aangepassen middels een addendum. Zodra de oudste 30 wordt voeg je een addendum toe waarin je vermeldt dat de delen m.b.t. de kinderen komen te vervallen. Dan valt opnieuw alles in de erfboedel. Die beperking 30 jaar is overigens opgenomen in de wet, daar is niets aan te doen! De enige toegestane begunstigden zijn de partner en kinderen, dus broer of zus heeft nooit recht op uitkeringen..

In geval van overlijden kan ik altijd behulpzaam zijn bij het bepalen van de uitkeringen en/of de opheffing/liquidatie van de stamrecht BV, ook voor het opmaken van een tussenbalans en de link met de erfbelasting en het F-formulier, uiteraard tegen een gunstig tarief. Het is wellicht een goed idee om dit vooraf ook met je partner te bespreken...


De Stamrecht Ingenieur: vakkundig, snel en goedkoop!

Contact: tinus@StamrechtIngenieur.nl This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it of 06 13 99 44 03